Afrika
Azië
Europa
Noord Amerika
Oceanië
Latijns Amerika
 
Dakar 19- 21 jan 2009
 

Dakar 19- 21 jan 2009


Snif!

Ma voorin met Charlie op schoot...Een afscheid met een lach en een traan! Van de ene kant was het weer gezellig met mijn moeder, Astrid (en natuurlijk Charlie), tante Jose, ome Wim en, voor het eerst, Michelle.

Van de andere kant was het toch even slikken en een paar aanwezigen moesten toch even een traantje wegpinken, inclusief de vertrekkende zwerver...
De vlucht ging naar Senegal (met overstap in Casablanca) en wel naar de hoofdstad Dakar en het afscheid was dit keer in Brussel.

Mijn eerste stapjes...

Overal mooie en vriendelijke mensenDe vluchten waren, net als de grensovergangen, een makkie en daar zat ik dan, om 02.30u op een donker en vervallen luchthaven, op zoek naar een geldautomaat en een slaapplaats.

Maar ik was in goed gezelschap van een groepje halfslapende taxichauffeurs die op de nieuwe aankomende vluchten zaten te wachten...

Bij je zoektocht wordt je dan door deze vriendelijke mannen geholpen en de kunst is dan om zo veel mogelijk informatie van ze te krijgen voor zo min mogelijk geld.
Kortom ik wisselde 20 euro bij ze (12.000 West Afrikaanse Franken en een fles water) en nam de bus naar het centrum. Bij het Place de Independence werd ik afgezet en daar liep ik Bassi tegen het lijf, toergids naar eigen zeggen... Hij kon wel een hotelletje regelen en na wat omzwervingen lukte dat ook. Voor 15 euro een eigen kamer met douche in de Auberge Antonio Vieira (van de Kaapverdisch Eilanden) vlakbij het centrum. En dat is erg goedkoop, voor Dakar.

Dakar

Het Presidentieel paleisDe straten zijn gevuld met kerels als Bassi, iedereen probeerd je wat aan te smeren en soms is dat erg vermoeiend. Je komt namelijk slecht van ze af, en vervolgens zijn ze erg beledigd.
Ik wist zeker dat ik in april hier terug zou komen, dus ik bleef maar 2 hele dagen, en heb vooral veel rondgeslenterd door de straten van het grote en toch arme Dakar.
Vooral buiten het centrum (o.a. rond bus- en treinstation) heb je de sloppenwijken zo gevonden en het is erg vervallen. De markten (zoals de Marche Kermel en Marche Sandaga) zijn gezellig en druk en de zwerfkatten eten het slachtafval. Ook de vliegen houden van deze slagers, waar het vlees de hele dag in de zon ligt.
 
De stad ligt volledig op een schiereiland aan de Atlantische Oceaan en een aantal gebouwen laten nog de Franse bezetting zien. Zoals het oude treinstation, het Presidentieel paleis en het stadhuis.
Het centrum van de stad is het onafhankelijkheidsplein en door het verkeer en de verkopers is het al een hele kunst om daarop te komen.

Mijn eerste stapjes...

De volle, drukke, gezellige en stinkende markten- Senegal werd mede dankzij de heilige El Hajj Omar Tall overwegend moslim en dat kun je goed merken; de vriendelijkheid, behulpzaamheid (ook naar de vele bedelaars) en gastvrijheid straalt van de mensen af, ik voel me weer erg welkom...
- Veel mensen spreken wat Engels, iedereen vloeiend Frans. Dat maakt de communicatie erg makkelijk.
- In het centrum vroeg een kerel mijn paspoort. Hij claimde politieagent te zijn, maar zijn legitimatie zag er wat gecopieerd uit... Ik weigerde mijn paspoort tevoorschijn te halen, maar toen hij openlijk op straat mij zijn handboeien aanbood ben ik maar vrijwillig meegegaan... Hij bleek een echte agent die niet corrupt was (en dat is effe wennen) en we hebben er later op het politiebureau toch goed om kunnen lachen...
- Overdag is het lekker warm, en s-nachts koelt het flink af. Mijn slaapzak heb ik niet voor niets bij, al was het alleen maar om op iets schoons te liggen...
 
En na 2 dagen vertrok ik richting het noorden, naar de oude hoofdstad...