Afrika
Azië
Europa
Noord Amerika
Oceanië
Latijns Amerika
 
Bukittinggi 22- 24 aug 2005
 

Sumatra: Bukittinggi 22- 24aug


De eerste dag...

De klokkentoren van de stadNa weer een erg interessante busrit met opmerkelijke wc's (5 gaten in de grond zonder schotten of muren, waar mensen lekker in een rijtje zitten te poepen), en met een lekke opslagplaats voor de tassen, waardoor (na een flinke regenbui) de volledige inhoud van mijn rugzak nat was en onder de modder zat.
De busrit bracht ons over de evenaar, maar daar merk je weinig van... Bij aankomst eerst maar even wassen dus en ik nam een kamer in het Rajawali hotel, gerund door een Duitser, Ullrich, en zijn Indonesische vrouw, Yanna (erg leuke mensen). Maar daarvoor was ik al bij de toeristen informatie van de stad geweest om uit te vinden hoe ik het beste naar Jakarta kon komen. Op het busstation kwam de oplossing: Met de bus, want er zou geen veerdienst meer lopen tussen hier en Java! Op deze eerste dag nam ik ook meteen een (volgepropt) busje naar Batang Palupuh, waar de grootste bloem ter wereld groeit:

Rafflesia

Erg groot!Dit is een bloem (met maximaal een doorsnede van een meter) die voornamelijk groeit in de regenwouden (maar is erg zeldzaam). De bloem doet er maanden over om te groeien, vervolgens bloeit hij maar een maal en dan ook nog maar 7 dagen.
Het is dus een kwestie van mazzel hebben, dat er een bloeit, en dat was nu het geval. De plek waar je naar toe moet is natuurlijk afhankelijk van waar de bloem groeit, en nadat ik weer eens te eigenwijs was om een gids te aanvaarden, kwam ik er na een uurtje jungle-zoeken achter dat de gids zeker nodig is! Ja, je wordt eigenwijs, als je wat langer reist, maar de gids was erg goed; hij liet me chili-plantages zien, citroengras en natuurlijk de weg door het oerwoud. De weg naar de bloem toe was al erg mooi; eerst door een dorpje in de heuvels waar de mensen bezig waren de geoogste rijst te drogen in de zon, en daarna de stijle en modderige klim naar een kleine waterval, met daarnaast de Rafflesia arnoldii (vernoemd naar de 'ontdekker' Sir Stamford Raffles en zijn reisgezel een zekere heer Arnold).

De stad

The CanyonIn de oude binnenstad is natuurlijk ook weer Hollandse geschiedenis te vinden. Er worden door hotels en andere organisaties wandelingen aangeboden, maar in de Lonely Planet reisgids wordt ook een walking tour voorgesteld. Deze brengt je onder meer langs de vele oude gebouwen van de stad (met de roestige daken, het regent hier namelijk nogal veel, aangezien de stad op 1000m hoogte ligt); Uitzichten naar de oude vulkanen rondom de stad, waarvan sommigen nog steeds aktief;
De (door Hollanders gebouwde) klokkentoren in het centrum van de stad; Het militaire museum, voormalig over de strijd voor onafhankelijkheid; De plaatselijke Grand Canyon: De Sianok- vallei (120 meter diep); Het panorama park met de Japanse grotten (gebouwd door slaven voor de Jappen tijdens de tweede wereldoorlog) en weer een grote groep langstaartmakaken, en als Hollands hoogtepunt; Overblijfselen van het oude Fort de Kock (genaamd naar de Nederlandse officier Hendrik de Kock), gebouwd tijdens de Padri oorlogen (tussen 1821 en 1837). In deze oorlogen (waarin de islamitische padribeweging in strijd was met de aanhangers van de traditionele Mininagkabau, de originele bewoners van deze streek) kozen de Nederlanders partij tegen de padri. Het fort zelf is niet erg indrukwekkend, het feit dat het door onze voorouders hier is neergezet, is echter wel een vreemd idee. En al deze bezienswaardigheden heb ik maar weer samengevat in een foto overzicht:De rijst bijharken...

Lange, diepe tunnels

Apekop!

En weer verder

zoals al vermeld had ik gekozen voor de bus i.p.v. een vlucht naar Java, aangezien mijn eerste keuze; de boot, niet meer voer. En het zou een erg interessante bustocht worden, een om nooit te vergeten...