Afrika
Azië
Europa
Noord Amerika
Oceanië
Latijns Amerika
 
Potosi 27- 30 jan 2006
 

Potosi 27- 30jan


De stad

Alles te koop op straatPotosi staat vooral bekend om de zilvermijnen. Ik kwam laat in de avond aan en na wat rijst met kip ben ik bijna meteen gaan slapen. Potosi ligt op ruim 4000 meter hoogte en dat merk je meteen; het is vermoeiender dan leven op zeeniveau... Ik heb meteen mijn trip voor de volgende dag geboekt: Een bezoek aan de mijnen...

Gevaarlijk?

De smalle trappen en gangenEen bezoek aan de zilvermijnen van Potosi staat bekend als een indrukwekkende en bijna angstige ervaring (voor de claustrofoben, dan, want de gangen zijn erg smal en laag)... Je gaat er van uit dat de gidsen hun werk goed doen en de mijnen kennen. Na wat Mate de coca (coca- thee) vertrekt een busje vanuit de stad met een tiental toeristen (waarvan de helft uit Zuid Amerika) en na een omkleedpartij (de mijn is een grote modderboel) kom je aan bij de mijnen en loop je naar binnen. En het is inderdaad erg indrukwekkend, vooral als je de statistieken kent:

- De stad is (nadat in 1545 zilver is gevonden) uitgegroeid van dorpje tot de hoogste stad ter wereld.
- Sindsdien hebben miljoenen mijnwerkers werk gevonden in de mijnen, waarvan sinds de ontdekking 8 miljoen werkers zijn gestorven aan ziekten (van de gassen in de mijnen) en ongelukken.
- Een mijnwerker werkt gemiddeld 8 uur per dag en gaat dan terug naar zijn familie die ook bij de mijnen wonen.
De karduwers- Ondanks het kauwen van coca bladeren (wat volgens eigen zeggen de mijnwerkers kracht geeft) is de levensverwachting van de mijnwerkers niet langer dan 10 jaar nadat ze de mijn voor het eerst hebben betreden! En dat voor 104 Euro per maand... De officiele leeftijd om in de mijn te mogen beginnen is 18 jaar, maar volgens de gids beginnen sommige jongens al voor hun 15e. Dat betekend dat ze de 30 niet zullen halen...!!!

Erg bizarre feiten en je ziet hoe zwaar het werk is. Het is allemaal fysiek werk, de karduwers bijvoorbeeld, duwen de erts uit de mijn naar de opslagplaats. De karren zijn zo zwaar dat ze met zijn tweeen moeten werken en ze lopen ieder 40 kilometer per dag. We hadden een beetje een bizarre tocht: Een luchtleiding plofte vlak achter ons, waardoor iedereen flink schrok en een Zwitserse met haar voet door paniek in een gat stapte. Gelukkig was ze oke, op een paar schaafwonden na. Later hoorden we in de mijn dynamiet ontploffen, wat normaal is, maar het lijkt echt veeeel dichter bij dan dat het is.
Gewoon op de markt te koop...Kortom, na een uur of 3-4 was iedereen (ook degenen zonder claustrofobie) toch wel blij dat we weer buiten waren. Voordat je de mijn ingaat kun je op de markt vanalles voor de mijnwerkers kopen: Cocabladeren, cocadrank en een alcoholische drank van 96 procent alcohol. En geloof het of niet, ik heb het ze echt zien drinken... Ook kun je dynamiet kopen op de mert en dat heb ik natuurlijk gedaan en na afloop hebben we dit op een berg afgestoken: Erg veel lawaai, kan ik je zeggen! De dynamiet is erg veilig, totdat je de chemicalien samensteld, en dat mochten de gidsen natuurlijk doen... De gidsen vertellen ook de geschiedenis van de mijnen en ze brengen je ook naar beelden van de duivel, voor de werkers hun berschermer, een beetje vreemd voor Katholieken, maar de duivel leeft ondergrond en de erts (zilver en zink) is van hem en ze willen hem graag te vriend houden...

Bolivianos

Met stoomIn het Casa real de la Monedad krijg je tegenwoordig een rondleiding, aangezien het nu een museum is. Vroeger (toen een kwartje nog 25 cent waard was) was dit gebouw een geldfabriek en de gids laat zien hoe het op de oude manier werd gedaan... Eerst met een gigantische houten construktie, voortgedreven door paarden. Later met stoommachines en weer later met elektriciteit. Een mooi museum, vooral ook omdat het een vervolg geeft op het verhaal van de zilvermijnen en wat met het zilver (naast de gigantische export) werd en wordt gedaan... En het vertrek was al weer snel, zeker omdat ik het de laatste tijd (wat betreft reizen) erg rustig aan had gedaan, zijn 3 dagen weer zo voorbij... Op naar de grootste zoutvlakte ter wereld...