De rust die het land uitstraalt is slechts van de laatste jaren, het land is vaak aangevallen en (deels) verovert geweest, door zowel de Fransen, de Engelsen, de Chinesen, de Siamesen (voormalig Thailand), de Japanners en de Amerikanen. Nadat Laos in 1953 door Frankrijk is teruggegeven aan het volk (de Franse aanwezigheid is nog erg te merken, veel mensen spreken Frans en daardoor zijn er ook veel Franse toeristen) en na een chaotische periode van ruim 20 jaar (toen de Amerikanen en de russen elkaar hebben bevochten) is het land sinds 1975 Communistisch, nadat de Amerikanen zich terug hebben getrokken.
In Laos merk je hoe sterk het, cultureel gezien, lijkt op Thailand, de taal is bijna hetzelfde, het land is ongeveer 65% Boeddhistisch en elkaars hoofd aanraken of wijzen met je voeten (naar elkaar of een Boeddha afbeelding) is taboe. Veel tempels, veel monnikken en je ziet niemand die zijn emoties toont, kwaad worden is gezichtsverlies... Naast het Boeddhisme is er ook nog plaats voor geloof in geesten van o.a. voorouders, vooral de heuvelvolkeren (o.a. de Hmong), waar het land voor 30% uit bestaat, gelooft deels in Boeddha maar vooral in geesten. Het communistische regime heeft geprobeerd het geloof uit te bannen (geloof past niet in een samenleving waar iedereen gelijk is) maar heeft dit verbod moeten laten varen.