Een nieuw land...
De eerste stop in Georgië en hiermee heb ik Turkije verlaten... Maar niet voorgoed, want daar wil ik zeker nog eens naar terug.
Het was even zoeken naar de bus, maar toen ik een groep mensen met gouden tanden zag en een vrouwelijke stewardess, toen wist ik meteen dat dit geen Turkse bus kon zijn. En ik had gelijk...
Langs de zwarte zee- kust met veel grote groepen dolfijnen (in de zwarte zee leven 3 soorten dolfijnen) en met de bergen aan de rechtse kant...
De grensovergang was een makkie, al was het wel een chaotisch gedoe, maar niet veel anders als bijvoorbeeld in oost- Azië.
Na weer wat gereden te hebben keek ik over mijn schouder en zag het bord:
Batumi 44 km
Maar dan de andere kant op! Ik naar de stewardess en zij schoot in een lichte paniek. De bus op de rem en met handen en voeten kwamen we erachter dat ik het ze wel verteld had, maar dat ik zelf wel op de borden had moeten letten. Valt nog niet mee, voor een simpele Nederlandse jongen om hier (zie foto) Batumi uit te herkennen... Dus maar liftend terug, en een erg vriendelijk Turkse vrachtwagen- chauffeur bracht me alsnog naar de bedoelde kuststad.
En het was al donker toen ik aan kwam (en er is hier bijna geen straat verlichting), ik had geen geld en geen hotel. Een mooie uitdaging, dus. Mijn 2e keuze was Hotel Lavro en die was nog wel open. Ze accepteerden zelfs dollars, dus pinnen kon later. En voordat ik mijn verhaal van Batumi ga beschrijven, eerst een stukje geschiedenis met een Nederlands tintje:
|
Batumi
Het meest interessante aan deze stad aan de Zwarte zee zijn de tegenstellingen. De Turkse (nieuwste van het nieuwste) vrachtwagens racen over de wegen waar eeuwenoude tractoren en vrachtwagens rijden en koeien loslopend oversteken.
De kustweg is/wordt volledig volgebouwd met prachtige hotels (en een schitterend nieuw groot reuzenrad), maar er is s-avonds nauwelijks straatverlichting. Het is de belangrijkste havenstad van Georgië (nadat Abchazië zich zelfstandig heeft verklaard) terwijl de gezonken roestbakken nog in de haven liggen. Kortom, interessant, en in en rond de stad is redelijk wat te doen:
|
Jozef Stalin
De voormalige Russische dictator is in Georgië (in Gori) geboren en hij kwam graag in Batumi. De eerste keer toen hij nog erg jong was, om de werkers te groeperen en te motiveren om te gaan staken (de rooie rakker!)...
In het centrum van de stad is een museum over hem. En dat is redelijk bijzonder, aangezien je in niet 1 voormalig Sovjet- land ook maar een standbeeld of iets anders meer ziet, nadat hij door Nikita Chroesjtsjov tot anti- held was verklaard...
Hij was een dichter en een slimme kerel. En je kunt hem waarderen omdat hij zijn leven vaak riskeerde terwijl hij opkwam voor de armen. Als tegenprestatie heeft hij met zijn wanbeleid vele miljoenen mensen (vooral tegenstanders) de dood ingejaagd.
De vriendelijke gids van het museum liet me zelfs een tabel zien van de aantallen mensen die per jaar onder Stalin tot de dood of verbanning werden veroordeeld. Onder het mom van de grote zuivering... Hij versloeg de Duitsers door de Siberië- tactiek te gebruiken: Terugtrekken naar het oosten en wachten op de winter. Na de oorlog had hij nog goed onderhandeld (zie ook verslag Yalta in Oekraïne) en hij bracht de atoombom naar Rusland, maar op 5 maart 1953 stierf hij aan onduidelijke omstandigheden. Hij is waarschijnlijk vergiftigd...
|
En:
- Ongeveer 12 kilometer van Batumi is een oud fort te bezichtigen, genaamd Gonio, naar het dorp waar het bij ligt. Met een Marshrutka (minibus) daar naartoe en gewapend met een brood, een komkommer en 2 erg hhhhete pepers wandelend terug. De wandeling was leuker dan het fort zelf, al is het wel bijzonder een Romeinse verdedigingsmuur nog zo intact te zien...
- Het eten (en dan vooral de lokale restaurantjes) is weer erg bijzonder. Ik had de eerste avond een lokaal tentje (lekkere Shaslik) met gordijnen rond elke tafel, zodat je prive kon dineren...
- Vrouwen, kinderen en zatlappen lopen hier vrij rond op straat, ook in de late uren. Dat had ik al weer een aantal weken niet meer gezien.
- Na ruim een dag kwam ik er achter dat de klok 2 uur vooruit moest... Nog net op tijd, want anders had ik te laat de hotelkamer verlaten, en had ik misschien voor nog een nacht moeten betalen!
- In een internetcafe kwam ik de Duitse Sylvia tegen en we besloten om samen thee te gaan drinken. Ze sprak wat van de taal (ze geeft hier Duitse les) en kon mooi wat lekkers bestellen. Lobio (soort chili zónder vlees) met brood, heerlijk!
- In het kleine aquarium krijg je een rondleiding van een prive gids. Niet veel te zien, maar hij vertelde veel over de Zwarte zee en wat er allemaal leefde.
- De grote trekpleister in de stad is de Kerk van de maagd Maria. Een prachtig gebouw en binnen staan mensen in de rij voor een korte prive- biecht.
- Het was weer tijd voor de kapper, en dit gastje (ik denk 14 jaar?) had een hele nieuwe techniek bedacht: Hij knipte met kam en schaar en heeft niet 1 keer mijn hoofd aangeraakt! Ik denk dat hij allergisch was voor haren, of zo, ik kon in ieder geval een week niet meer de straat op... Nee, hoor, hij had het netjes gedaan.
- Mijn hotel bleek ook een hoerentent. Dit werd me pas duidelijk na een paar (wel erg intieme) voorstellen... Ja, dat krijg je, als je goedkoop wil slapen, maar ik kan er wel om lachen...
De laatste dag regen, de hele dag regen, dus maar wat rondgebanjerd en niets gedaan totdat laat in de avond de bus vertrok naar de hoofdstad.
En op het station wilde ik nog een pilsje drinken. Maar ik moest er wat Wodka bij pakken van de barman. Wederom kon ik het eten nog weigeren, maar de Wodka niet..!
|