Tussen 1941 en
1944 was Estland door Duitsland bezet en viel onder het
Reichskommissariat
Ostland. In de herfst van 1944 werd Estland wederom door de Sovjet-Unie bezet. In
1990 streefde Estland opnieuw naar onafhankelijkheid, net als
Litouwen en Letland. De meest spectaculaire manifestatie van het verlangen naar onafhankelijkheid was de
Baltische Weg, een menselijke keten van ongeveer twee miljoen mensen van Tallinn via de Letse hoofdstad
Riga naar de Litouwse
hoofdstad
Vilnius.
Op
20 augustus 1991 verklaarde Estland zich onafhankelijk.