Afrika
Azië
Europa
Noord Amerika
Oceanië
Latijns Amerika
 
Carcassone 21- 24 jun 2004
 

Pyreneeën en Carcassone 21- 24 jun 2004



De Koninginnerit

Na het dagje relaxen was het maandag tijd voor de zware koninginnerit. Eerst over de Col du Tourmalet, dan door naar de col d'Aspin, col de Peyresourde, col de Portet d'Aspet, en als laatste de Col de Port.
We begonnen dus gelijk met de grootste col, de Col du Tourmalet. Het is een indrukwekkende klim, zeker wanneer we de gezichten zien van de fietsers die we inhalen.
Bovenop deze col was het aardig koud, en er lag zelfs een beetje ijs (of eeuwige sneeuw), waardoor Leon aan het begin van de zomer een sneeuwbal kon gooien!

Uitzicht van de top van de Tourmalet

In de afdaling van deze col zag Michiel ineens een bordje staan met "cascade 3 min a pied" en we wisten inmiddels dat cascade het franse woord voor waterval is. Dus hup, leon de auto aan de kant gezet en maar eens gaan kijken. In het begin leek het allemaal een beetje een tamme waterval, totdat we bovenaan kwamen... was ie toch wel mooi, zoals je kunt zien op de foto hiernaast

De weg naar de col d'Aspin was vervolgens al snel gevonden, en de beklimming hiervan ging ons eigenlijk ook best goed af, nog steeds niet echt vermoeid.

Verandering van spijs doet eten... Benieuwd wat de after shave van die man was...?
de eenzame fietser...

Na de afdaling van de col d'Aspin hadden we niet veel tijd om bij te komen, want de volgende berg lag al weer op ons pad; de col de Peyresourde. Alhoewel iets minder bekend misschien is het wel degelijk een zware beklimming, maar gelukkig hadden we ook hier weer prachtige uitzichten over de Pyreneeen die het de inspanning meer dan waard maken!

De volgende berg is weer een echte oude bekende, de col de Portet d'Aspet. Alhoewel deze weer een stukje lager is dan de andere is de beklimming toch ook weer zeer lastig te noemen, voor de fietsers dan. De afdaling was echter lang, zodat er goed uitgerust kon worden voordat we aan de beklimming van de laatste col zouden gaan beginnen.

Monument voor Fabio Cassartelli aan de voet van de col de Portet d'Aspet

Voordat we aan de laatste col gaan beginnen eerst nog een stukje vlak. Tenminste, de weg dan, want die loopt door een mooie vallei. Om ons heen nog steeds veel bergen, en nog steeds heel mooi.
Na deze col kwamen we in het stadje Tarascon, wat het eindpunt van de koninginnerit was. We hadden het gehaald!

De volgende dag zijn we verder gegaan in de richting van de Middellandse zee, naar Perpignan. Daar aangekomen nog maar weer eens op de kilometer teller gekeken, we hadden maar liefst ruim 800 kilometer door de Pyreneeen gereden!
Vanwege de tijd hadden we al besloten om Spanje maar niet te doen, en door te rijden naar Italie. daarom dus doorgereden naar Carcarsonne. We hadden in Blois namelijk de tip gekregen van een Fransman om daar naar toe te gaan. Ook zouden we dan de plaatstelijke specialiteit moeten proberen; Cassoulet.

Cascarsonne

uitzicht op de middeleeuwse stad CascarsonneVolgens de fransman die ons de tip gaf zou Cascarsonne een kasteel moeten zijn met verschillende verdedigings gordels. bovendien zou het een van de grootste kastelen van frankrijk moeten zijn.
Het liep echter al tegen de avond, dus spraken we af naar een camping te gaan en de volgende dag pas ernaartoe te gaan.

Aan de ene kant de buitenste muur, de verdedigingsmuur, aan de andere kant de stadsmuurIn de burcht aangekomen bleek dat er binnenin eigenlijk een compleet dorpje gehuisvast moet zijn geweest. zoveel huizen en straatjes, dat zie je normaal niet in een kasteel.

Samen aan de Cassoulet, met een mooi uitzicht op de stadOm de cassoulet te willen eten kun je zo ongeveer ieder restaurantje kiezen. Uiteindelijk hebben we er een gekozen met een uitzicht wat niet slecht was...
Het bleek een soort van soep/ragout te zijn van witte bonen en varkensvlees, en was erg lekker! Dit is zeker aan te raden wanneer je eens in de buurt bent, om dit te eten!

Wijn 2

De Abdij van NarbonneDe volgende ochtend zijn we vertrokken voor het laatste stukje Frankrijk, via de kust langs de Middellandse zee naar Italie.
De eerste stad op onze weg was Narbonne. Hierna richting Beziers en Montpellier. Dit is de streek van de Languedoc wijnen, en dit keer hadden we meer geluk. We vonden een wijnproducent die we konden bezoeken, en waar nog engels gesproken werd ook!

Het wijnhuis met haar wijngaarden waar we op bezoek geweest zijnOndanks dat de productie nog niet begonnen was konden ze ons toch goed uitleggen hoe het allemaal in z'n werk ging. De man vertelde ons dat de druiven machinaal geoogst worden. Na het plukken worden de druiven gescheiden van de takjes, blaadjes, en gedierte dat eventueel mee gekomen is tijdens het plukken. Voor rode wijn wordt alles in een vat gedaan, inclusief de schil van de druif. Voor Rose wijnen wordt er vervolgens sap van dit mengsel afgetapt en apart opgeslagen. Ook voor de witte wijn wordt het sap van de schillen gescheiden. Dit heeft een belangrijk verschil tot gevolg tussen de drie wijnen:

  • Rode wijn krijgt zijn kleur niet alleen van het vruchtvlees van de druif, maar ook van de schil. Ook zitten de Tannines in de schil. Deze zorgen ervoor dat de wijn lang houdbaar is.
  • Rose onstaat door het aftappen van het sap van de rode druiven. Doordat hier de schil niet meer in zit zal de wijn niet meer verder kleuren, en ook de tannines die zorgen voor een lange houdbaarheid zitten er niet in. Hierdoor is een rose dus veel korter houdbaar dan een rode wijn.
  • Witte wijn: Door het gebruiken van witte druiven heeft deze wijn een nog lichtere kleur dan rose. Omdat ook hier de schillen uitgehaald worden is ook deze wijn, net als rose niet zo lang houdbaar

Zo zie je maar... wijn maken blijkt toch ook een vak te zijn...

Na de geweldige uitleg voelden we ons eigenlijk een beetje verplicht om een fles te kopen. Hierna zijn we doorgereden in de richting van Marseille.